• Doe de bloem, bloemsuiker, amandelpoeder, lavendelbloemen en een snufje zout in een kom.
  120 g tarwebloem (patisserie), 20 g amandelpoeder, mespuntje zout, 1 el verse lavendelbloemen ofwel 1 tl gedroogde, 50 g poedersuiker
• Strooi de boter er bovenop en wrijf tot je een kruimelig deeg krijgt. (dit kan ook met de keukenrobot)
  75 g koude boter, in blokjes
• Doe vervolgens 1 eetlepel losgeklopt ei bij de deegkruimels.
  1 ei, losgeklopt
• Kneed verder tot je een glad deeg hebt. Als het deeg te nat is, doe er dan een heel klein beetje bloem bij. Is het een beetje te droog doe er dan nog een beetje ei bij.
• Rol het deeg een beetje uit en verpak het in plastiekfolie.
• Leg het een uurtje in de koelkast.

Uitrollen

• Rol het deeg na een uurtje rusten uit. Ongeveer 3 tot 5 mm dik .
• Steek met een koekjesuitsteker de gewenste vorm uit.
• Leg de koekjes op een bakplaat, bekleed met bakpapier.
• Verwerk het deeg opnieuw en steek opnieuw koekjes uit tot het deeg op is.

Bakken

• Verwarm de oven voor tot 170°C.
• Bak de koekjes ongeveer 10 à 12 minuten tot ze goudbruin kleuren. Controleer regelmatig aangezien dit ovenafhankelijk is.
• Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen op een rooster.